MALTE WOYDT

HOME:    PRIVATHOME:    LESE- UND NOTIZBUCH

ANGE
BOTE
BEL
GIEN
ÜBER
MICH
FRA
GEN
LESE
BUCH
GALE
RIE
PAM
PHLETE
SCHAER
BEEK
GENEA
LOGIE

Monoculturalisme

“De erkenning van het recht op zelforganisatie van minderheden is … iets anders dan de erkenning dat binnen de landsgrenzen mensen met verschillende culturele achtergronden (blijven) leven en dat allen als volwaardige burgers gezien moeten worden zoals bijvoorbeeld in Canada … Het eerste is beperkter van ambitie dan het tweede. Het is verwarrend beide multiculturalisme te noemen. Als we het laatste multiculturalisme noemen, kunnen we het eerste beter verdraagzaam monoculturalisme dopen …

Multiculturalisme past beter in een verzuilde samenleving dan het verdraagsame monoculturalisme. Niettemin had multiculturalisme weinig steun in Nederland: de meeste politici waren niet uit op de ontwikkeling van een nieuwe (islamitische) religieuze pijler. …

Waarom … toch de hoogopgelopen spanning? Dat komt, omdat we sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw een overgang zien van verdraagzaam naar onverdraagzaam monoculturalisme. … De meerderheid van de bevolking van Nederland is de afgelopen decennia in snel tempo cultureel homogeen geworden. In veel landen, waaronder de Verenigte Staten, is de meerderheid van de bevolking van mening verdeelt over kwesties van gender, familie en seksualiteit. … Maar bijna het gehele politieke spectrum van de Nederlandse bevolking … [ontwikkelde] na een periode van intense culturele polarisatie tijdens ‘de lange jaren ’60’ … opmerkelijk uniforme, progressieve idealen. … Onder nieuwe Nederlanders zijn deze progressieve opvattingen ook meer gangbaar dan onder migranten in veel andere West-Europese landen. … [Maar toch] staat [daar] tegenover dat de waardekloof tussen islamitische groepen en de meerderheid van de bevolking in Nederland ook groter is dan in andere landen. …

De culturele consensus is veeleisender dan ze zich op het eerste gezicht voordoet. … Het pluralisme van de verzuiling is tegenwoordig ver weg … De meerderheid van de Nederlandse bevolking ziet culturele verschillen in toenemende mate als problematisch. … Deze polarisatie draagt bij aan verdere culturalisatie van burgerschap, van het proces waarbij cultuur (emoties, gevoelens, culturele normen en waarden, en culturele symbolen en tradities, met inbegrip van religie) een meer centrale rol speelt in het debat over sociale integratie. …

Emotionele culturalisatie … zijn feeling rules …: door de maatschappij voorgeschreven gevoelsregels die mensen zich eigen moeten maken om zich te kunnen handhaven … Zowel voor immigranten, hun kinderen als autochtonen spelen deze gevoelsregels een rol, want deze regels zijn niet neutraal, maar eerder uitdrukking van een bepaalde ideologie, van een opvatting over hoe een land ‘voelt’. …

Het idee dat er door menging en uitwisseling nog betere normen en waarden en nog betere burgers kunnen komen, lijkt [dan] eigenlijk niet goed voorstelbaar: we zijn een zelf-feliciterende, tamelijk liberale bevolking. … ”

Burgerschap lijkt “in het publieke debat … laangzaam maar zeker drager te worden van het paternalisme dat lange tijd zichtbaar was in de verzuiling, dat daarna voor enige tijd mensen trachtte te bevrijden via de verzorgingsstaat, en dat sinds een jaar of vijf probeert om de uit de zuilen bevrijde individuen te behouden voor morele dakloosheid. Dan maar één grote zuil, lijkt de veronderstelling die ten grondslag ligt aan de gestage opkomst van burgerschap.”

aus: Menno Hurenkamp / Evelien Tonkens: De onbeholpen samenleving. Burgerschap aan het begin van de 21e eeuw, Amsterdam: Amsterdam University Press 2011, S. 135-140, 69 [auch im Internet]

11/16

27/11/2016 (17:21) Schlagworte: Lesebuch,NL ::

Individualisering 2

“Zijn we door individualisering egocentrischer en egoïstischer geworden, waardoor onze gemeenschap is opgelost in particuliere opvattingen en ambities? Het is een robuste overtuiging van het maatschappelijk debat

Meestal is [wel] niet precies duidelijk wat met ‘individualisering’ bedoelt wordt: of mensen zich te weinig van elkaar aantrekken of dat mensen te veel van elkaar verschillen wordt lang niet altijd gespecifieerd. De vraag is: ‘individualisering van wat?’

Gaat het

(1) om individualisering van belangen … zoals zorgen over egoïsme en gebrek aan solidariteit vaak lijken uit te drukken? …

(2) om individualisering van banden … zoals uitgedrukt in de zorg over … afnemend verenigingsleven en afnemend gezinsleven? …

(3)  om … [individualisering van levensstijlen] … [?]

(4)  [om] individualisering van keuzen. Burgers zijn meer zelf verantwoordelijk, of moeten dat zijn … [?]

“Bij individualisering van belangen en levensstijlen .. is het probleem vooral dat de veronderstelde individualisering onwillige burgers [zou scheppen]. … Het politieke verlangen om … een ‘nieuw wij’ te scheppen is meestal terug te voeren op deze probleemdiagnose. … De andere twee interpretaties van individualisering – van banden en keuzen – veronderstellen daarentegen dat burgers niet zozeer onwillig als wel onmachtig, onkundig en onbeholpen [zouden] zijn. … Mensen [zouden] … gebukt [gaan] onder de zware verantwoordelijkheid die deze individualisering met zich meebrengt. …”

“De vierde interpretatie betreft individualisering van keuzen. Terwijl het hiervoor ging over de vraag of mensen meer eigen verantwoordelijkheid moeten nemen, gaat het hier vooral om de empirische discussie of mensen meer eigen verantwoordelijkheid hebben gekregen. … Zelf opdraaien voor vergissingen of fouten in je levensloop die goedbeschouwd het gevolg zijn van de manier waarop de samenleving georganiseerd is … verantwoordelijk voor ons eigen geluk: wat worden we daar ongelukkig van. … Een helse klus, dit zelfgebrouwde leven … wat het nog erger maakt, is dat we ons helemaal geen architecten van ons eigen leven voélen.”

“Empirisch onderzoek geeft … aan dat … individualisering [van levensstijlen] zich nauwelijks voortdoet. Mensen maken van zichzelf geen uniek exemplaar met een geheel eigen levensstijl. … Op basis van leeftijd en inkomen valt tegenwoordig beter te voorspellen wat huwelijksgedrag, stemgedrag en loopbaan zullen zijn en niet … slechter dan vroeger. …” [Na onderzoek over Nederlandse burgerinitiatieven] bleek onder de deelnemers en initiatiefnemers van … [deze initiatieven] geen sprake [van individualisering van belangen], en individualisering van keuzen deed zich ook beperkt voor: in hun keuze voor onderwerpen maakten ze overwegend traditionele keuzen en ze sloten zich gemakkelijk aan bij wat de overheid van hen verlangt.” [En natuurlijk is] bij deze burgerinitiatieven … reeds sprake van banden; de deelnemers zijn niet geïndividualiseerd in de zin dat ze geen banden smeden.”

“‘Ieder intelligent mens weet dat de verborgen zwakten van onze door zakelijke individuen bepaalde maatschappij nu aan de oppervlakte treden’ [schreef Sorokin 1957] … Dat dit meer dan vijftig jaar geleden geschreven werd en de maatschappij toen toch niet bezweek, doet aan de kracht van het argument weinig af … Politici en burgers geloven er zelf sterk in …”

aus: Menno Hurenkamp / Evelien Tonkens: De onbeholpen samenleving. Burgerschap aan het begin van de 21e eeuw, Amsterdam: Amsterdam University Press 2011, S. 97-124, 26 [auch im Internet]

11/16

27/11/2016 (3:37) Schlagworte: Lesebuch,NL ::

Actievelingen

“Deelname aan inspraak en besluitvorming blijft … beperkt tot een relatief kleine participatie-elite. … [We kampen met] … een toenemende scheiding tussen relatief welvarende, hoger opgeleide mensen die de overheid blijven vertrouwen en een groep minder welvarende, minder opgeleide burgers die het vertrouwen beginnen te verliezen …

Gekeken naar … [hoe] burgers … [denken over] de publieke zaak … troffen we drie manieren van redeneren: …”

  • neorepublikeinen‘ houden vooral van ‘praten‘,
  • emancipatiecommunautaristen‘ houden vooral van ‘doen‘,
  • lijdelijke liberalen‘ willen vooral met rust gelaten worden.

Neorepublikeinen “leggen in de manier waarop ze over de verschillende maatschappelijke dilemma’s praten drie cruciale kenmerken aan de dag; (1) dialoog om te begrijpen … (2) verdraagsaamheid ten aanzien van verschillen … (3) verantwoordelijkheid voor de maatschappij als geheel …”

Ze “zien regelmatig mogelijkheden tot actie, veelal via gesprek. Ze vinden ook vaak dat actie nodig is, want ze signaleren veel onrecht. Tegelijkertijd identificeren ze zich niet makkelijk met anderen; daarvoor praten ze te afstandelijk, te bedachtzaam en te breedvoerig en te weinig gepassioneerd. …

Zelf weten ze prima hoe je via dialoog een pluriforme samenleving leefbaar kunt maken, maar het probleem is dat anderen dat niet zo erg zien.” “De meesten [van hun] zijn [dan ook zelf] … beleidsmakers” …

Emancipatiecommunautaristen [gaat het] meer om ‘de ander’ en minder om een relatief abstracte noodzaak om ‘iets’ te doen. … Ze geven veel om hun buurt en hun eigen lokale of etnische gemeenschap, maar niet of nauwelijks om een abstracte ‘publieke’ gemeenschap” … “Voor … [hun] geldt dat het hun straat, hun buurt is, en dat je het recht verspeelt om een volgende keer zelf ergens over te klagen als je niet aanwezig bent bij dergelijke inspraakavonden. Je moet wat doen, zodat anderen wat voor jou doen. Tegerlijkertijd is hier de ergernis vele malen groter, over de vele bijeenkomsten waarmee niets gedaan is …”

De [twee soorten] ‘welwillenden’ [zitten] soms wel erg dicht op de overheid … Actieve burgers … steunen … pleidooien voor ‘meer burgerschap’, ze zijn er immers goed in. … Actief burgerschap [wordt] nog steeds vooral … bepaald door opleidingsniveau, leeftijd en de mogelijkheden die burgers … zien om eventuele kritische energie om te zetten in daden …”

aus: Menno Hurenkamp / Evelien Tonkens: De onbeholpen samenleving. Burgerschap aan het begin van de 21e eeuw, Amsterdam: Amsterdam University Press 2011, S. 29-186 [auch im Internet]

Abb.: Sister Corita: Only you and I, part 1 and 2, 1969, Teil 1 im Internet, Teil 2 im Internet.

11/16

26/11/2016 (22:10) Schlagworte: Lesebuch,NL ::

Passievelingen 1

Deze mensen zijn niet of nauwelijks maatschappelijk actief. Maar ze zouden zichzelf niet als individualisten beschrijven. “Deze groep wijst eerder op de onmogelijkheid om nog iets extra’s in het dagelijks leven te doen, of op het verlangen om weinig of niets met anderen te maken te hebben. … Het is een houding die sterker bepaald wordt door omstandigheden die (tenminste naar diens waarneming) buiten het bereik van de burger liggen dan door weloverwogen keuzes die de burger in deze situatie gebracht hebben. … Dit type doet niets zelf …

Wat belemmert ze om ergernis om te zetten in deelname? …

  • Anonimiteit …: je weet niet hoe iemand gaat reageren, want je kent hem niet, en dus doe je liever niks. … Anonimiteit wordt ook ervaren als een recht: het recht om met rust gelaten te worden.
  • De eigen identiteit: Men ziet zichzelf niet als iemand die zich op die manier roert. … deze buurtavond kan saai zijn of er kunnen de verkeerde mensen op afkomen. Soms heeft men het idee zelf het onderwerp van gesprek te zijn. …
  • Wantrouwen, met name jegens de overheid, maar ook jegens het effect van mogelijke inspanningen … [Ook] slechte ervaringen kunnen … ten grondslag liggen: je mening wordt gevraagd maar het is allemaal eigenlijk al besloten.

“Het schakelen van inertie naar activiteit … vergt … enig zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen, dat je activiteit nut zal hebben, dat anderen er niet om zullen lachen of er zelfs agressief op zullen reageren. …

Het is … niet allen een kwestie van vaardigheden maar vooral ook van cultuur. Passieve burgers voelen zich niet thuis in de wereld van de actieven, maar niet omdat ze zich letterlijk te dom of te slim voelen. Actief burgerschap als opdracht voor burgers drukt hen nog eens op hun tekorten en bevestigt de actieven nog eens in hun toch al sterk gevoelde gelijk. Actief zijn is … iets voor andere mensen bij wie ze niet horen. Onvermogen is daarom waar vanuit het perspectief van een buitenstander; maar zelf zien de burgers eerder dat ze niet welkom zijn of dat hun inzet zinloos zou zijn. …

Ze kunnen niet goed “verwoorden waar je precies aan hecht, maar [hebben] wel het gevoel … dat je moet opbieden tegen mensen die aan de ene kant dingen goed kunnen verwoorden en aan de andere kant niet zoveel geven om waar jij je druk om maakt. …

Beleidsmakers … sturen … vooral aan op overleg, dialoog en debat en menen dat dit een niet-bedreigende oplossing is. Voor veel burgers versterkt dit beroep op dialoog en overleg slechts hun gevoel van machteloosheid. Dit geeft ze het gevoel dat ze aan de verwachtingen van redelijk overleg zouden moeten voldoen waaraan ze niet kunnen … voldoen. … Men houdt liever zijn mond tot men gelijkgestemden tegenkomt.”

aus: Menno Hurenkamp / Evelien Tonkens: De onbeholpen samenleving. Burgerschap aan het begin van de 21e eeuw, Amsterdam: Amsterdam University Press 2011, S. 128-185 [auch im Internet]

11/16

26/11/2016 (21:43) Schlagworte: Lesebuch,NL ::

Burger 2

“De bestuurden beurtelings bestuurders laten zijn, burgers bij toerbeurt het ambacht van politicus laten uitoefenen, zodat ze zich tot volwaardige mensen konden ontwikkelen: dat was de kern van het klassieke of Atheense idee van burgerschap … Cruciaal was … dat een ‘goede burger’ zowel kon commanderen als gehoorzamen. … Door zijn rechten én plichten in praktijk te brengen, door de politieke gemeenschap te besturen én de besluiten van zijn medebestuurders uit te voeren, verwerft de burger deugd en wijsheid. …

Hedendaagse burgers willen niet graag besturen noch bestuurd worden. … Zij spugen op het kleine gezag van de ambtenaar, de schooljuf en de buschauffeur en verlangen slechts naar een grote leider die hen niet lastigvalt met democratisch geneuzel maar gewoon de BV Nederland goed runt …

Dit tekort aan burgerschap … toont zich op minstens drie manieren.

[1] Ten eerste staat het gezag van traditionele instituties ter discussie, en daarmee de gehoorzaamheid van burgers aan deze instituties. Het begon bij de politiek en het bestuur, maar inmiddels strekt de kritiek op het gezag van gezagsdragers zich uit tot de wetenschappers – die‘ook maar’ een mening zouden hebben, zoals de kritiek luidt. … En tot de rechterlijke macht, die partijdig zou zijn en te weinig transparant … Het gemeenschappelijke punt in al deze kritiek op traditionele instituties is dat hun gezag niet zozeer voorwaardelijker wordt – iets wat in een democratie gewenst is – maar dat het vrijwel permanent ter discussie staat, waardoor ook tijdelijke en voorwaardelijke gezagsuitoefening moeilijk en soms bij kans onmogelijk is geworden.

[2] Ten tweede … [hebben] beleidsmakers en politici … burgers de afgelopen decennia veelvuldig in de rol van consument gezet. Een consument die moest kiezen en er recht op had goed bediend te worden. Gevolg is dat burgers het publieke belang uit het oog verloren lijken te hebben …; de politiek tot mediaspektakel reduceren …; [en] … hoogstens in actie komen wanneer hun eigenbelang op het spel staat … Zij willen wel dat er goed en veel naar hen geluisterd wordt en zij willen als klanten en consumenten op de markt van welzijn en geluk goed bediend worden …

[3] Een veelgehoorde analyse is, ten derde, dat deze ontwikkeling een onbedoeld gevolg is van de geslaagde emancipatie. … De voice van het volk is overstuurd. … De onderdanen zijn geen betere heersers geworden, maar een ander, brutaler en egoïstischer species – laten we zeggen: overdanen. … ‘Het ambt van burger is veel te vrijblijvend geworden’, liet de politicoloog Rudy Andeweg optekenen in NRC Handelsblad. ‘Dat is ook de schuld van dezelfde overheid die nu klaagt over het gebrek aan burgerschap. De opkomstplicht bij verkiezingen, de dienstplicht, juryplicht, in Nederland bestaat het allemaal niet (meer). De enige plicht is nog belastingbetaling. Maar die benadrukt de klantrelatie weer. De overheid zegt: het enige wat we van u nodig hebben is geld’ …

Om het gezag van de politiek en de overheid te herstellen moet meer betrokkenheid tussen politiek en burgers komen, zodat de overdanen hun plichten beter erkennen, is het idee. … Dat kan … door zelf volkser te worden … De veronderstelling is hier dat omdat mensen mondiger zijn, ze meer naar de mond gepraat moeten worden. …

Burgers meer tot ‘heersers’ maken, zien we terug in allerhande pogingen om ze meer invloed aan te reiken. Het klassieke probleem is dat in dit type inspraak hoger opgeleiden nagenoeg per definitie (sterk) oververtegenwoordigd zijn … Degenen die veronderstellen dat de politiek er voor ‘de anderen’ is zullen alleen onder uitzonderlijke omstandigheden (uitdrukkelijke uitnodiging, goede begeleiding) meedoen aan nieuwe inspraakexperimenten … Hier loopt men, kortom, het gevaar de bron van ergernis dichter bij de burger te brengen: in plaats van te zorgen dat hij of zij zich verplicht voelt aan de overheid ziet de burger het falen van de overheid scherper, de ‘grote monden’ krijgen nog meer ruimte. Een verhaal over hoe rechten en plichten samengaan is ook daar niet echt uit af te leiden. …”

aus: Menno Hurenkamp / Evelien Tonkens: De onbeholpen samenleving. Burgerschap aan het begin van de 21e eeuw, Amsterdam: Amsterdam University Press 2011, S. 71-76 [auch im Internet]

11/16

 

13/11/2016 (1:55) Schlagworte: Lesebuch,NL ::

Institutions

“Discussions about institutions are usually plagued with some basic misconceptions. …

[1] The first misconception is, that institutions are collectivities. They are not. Institutions are collectively shared and enacted modes of acting, thinking and feeling … One can join collectivities, whereas institutions are internalized and enacted. …

[2] Secondly, the concept of institution is not equivalent to that of organization … the concept of organization refers to functional rationality, to differentiations of power, to formal structures. … The concept of institution refers rather to substantial rationality, to authority, and to ideological values and norms. …

[3] Thirdly, institutions as traditional patterns of behavior are often held to be structures that curb creativity and stifle individual freedom. … institutions can and usually do create a space … of liberty. … institutions set creative energies free precisely because they liberate us from the time and energy consumed in tasks to plan and design our actions, thoughts and feelings each time we set out to act in and upon the world …

Institutions … are traditional and collective patterns of behavior (of acting, thinking and feeling) which ‘existed’ before we were born, and in all probability will continue to ‘exist’ after we have died. Institutions change, … sometimes slow and gradual, sometimes rapid and revolutionary. … At some point in our cultural evolution individuals must have started them but it is impossible to trace back these historical origins. …

It is quite hazardous to employ concepts such as ‘the law’, ‘the family’, ‘marriage’, ‘state’ etc. as metaphors when describing and analyzing pre-industrial, non-Western societies and cultures. … What is universal is not the monogamous, heterosexual marriage and the nuclear family based upon it … but the fact that people somehow mold their intersexual and procreative activities and relations in an institutional pattern. …

Institutions as universal behavior patterns cannot disappear since they are the very foundations of the human species. … They will change their structure, their meaning and maybe even their composition but continue to be fed by their … roots. …

In a traditional, rural society questions about the meaning and utility of institutions like the church or marriage are never raised. They are taken for granted, they are relevant, useful, valuable and meaningful simply because  they are enacted and therefore exist. In fact, they are held to be ‘natural’ …

The impressions and stimuli which in an industrial society continue to grow in number and in intensity, pour in incessantly and massively, and impinge on the impulses and desires which, left to their own devices, are chaotic and unstructured. This, of course, contributes to insecurity, mental confusion and psychological stress and instability. The institutions are no longer able to drain these tensions and confusions away. …

[Nevertheless,] social life and economic transactions are impossible without institutions. … In a radically anarchistic, de-instutionalized community people would have to debate and to negotiate each step, each decision, each conclusion, and they would have to do so each day, each moment of the day …”

aus: Anton G. Zijderveld: The Institutional Imperative. The Interface of Institutions and Networks. Amsterdam: Amsterdam Univerisity Press 2000, S.22, 30, 38, 39, 55, 58, 73.

11/16

11/11/2016 (0:35) Schlagworte: EN,Lesebuch ::

Anti-institutionalism

“The traditional institutions of the Western world – the state, the church, marriage and the family, the university, the [trade] union, the political party, the voluntary association, etc. – are being castigated as … structures that inhibit individual liberty, creativity, and authenticity. It is a kind of non-rational mood that has a deep, often unconscious, influence on many individuals in the affluent Western world. …

The philosphies and theories of Western subjectivism have some sort of anti-rationalism in common. … But there is a strong paradox at work here. … Indeed, it is a strange sight to observe businessmen, who in their daily activities are rationally inhibited and mentally constrained, throw themselves at the mercy if an organizational guru, who relentlessly strips them of their individual and personal dignity. … The whole wellness business is a rational business firmly based on rational techniques of psychological manipulation, and on equally rational economic considerations of making profits …

This anti-institutionalist subjectivism … is a dangerous mood … human beings are dependent on well-functioning institutions for their survival as a species. … An anti-institutional mood floating about in subjectivism must affect man‘s capacity to act and interact, and eventually reduce man to resignation and passive, esthetic quietism. … Anti-institutionalism and subjectivism … can only be indulged in by well-off people, who are blind to the inherent dangers … [It’s] a decadent phenomenon. … ”

aus: Anton G. Zijderveld: The Institutional Imperative. The Interface of Institutions and Networks. Amsterdam: Amsterdam Univerisity Press 2000, S.13-15.

11/16

11/11/2016 (0:20) Schlagworte: EN,Lesebuch ::

Regeln

“In Deutschland stehen Regeln für Gerechtigkeit, Ordnung und Ehrlichkeit. In Frankreich stehen Regeln für Einschränkung und Unfreiheit. Im europäischen Kontext führt dies zu gegenseitigem Argwohn. Paris bittet häufig um Flexibilität (zum Beispiel um das Schuldenlimit zu überschreiten); in Berlin erfährt man das als Opportunismus. Umgekehrt werden die Deutschen, die selbst finden, dass sie die Regeln streng, aber ehrlich anwenden, der Rigidität und des Starrsinns beschuldigt.

Das Gegenstück zu den Regeln sind die Ereignisse. In Frankreich ist ein Ereignis, auch ein dramatisches, ein Zeichen von Leben und Erneuerung. Für einen französischen politischen Führer à la Sarkozy bietet eine Krise die Gelegenheit, zu zeigen, was er kann; die Presse macht daraus einen Moment der Gemeinschaftlichkeit, eine Seite im ‘Roman der Nation‘. In Deutschland hingegen stehen Ereignisse für eine Unterminierung der Ordnung, für Destabilisierung und Gefahr. Eine Krise löst dort leicht Panik aus. … Die deutsche Öffentlichkeit schätzt Regierungschefs, die Schocks absorbieren und, wie Merkel, ‘auf Sicht fahren’.

Die schwierigste Aufgabe, vor der Deutschland in einer Union steht, die auch weiterhin mit großen Herausforderungen zu kämpfen haben wird, ist also die folgende: Das Land, das sich selbst und seine Partner am liebsten mit Regeln fesselt, wird in der Ereignispolitik vorangehen müssen. Während Paris, das stets davon träumte, Europa voranzutreiben, vorerst ausfällt.”

aus: Luuk van Middelaar: Europas neue Kraft. Schneller, deutscher und nicht mehr so kleinlich – wie die Krisen die Europäische Union verändern, ZEIT online, 3.11.16 [im Internet].

11/16

07/11/2016 (1:38) Schlagworte: DE,Lesebuch ::